De ramingen van de Uitkering Gemeentefonds (UGF) in de primitieve begroting 2018, waren gebaseerd op de meicirculaire 2017. Aangezien deze circulaire werd uitgebracht door het demissionaire kabinet was hierin weinig nieuw beleid opgenomen. Ook in de latere circulaires werd weinig nieuw beleid voor 2018 opgenomen. De Startnota en het Bestuursakkoord hadden met name effect voor 2019 en volgende jaren.

De uitkering gemeentefonds 2018 (UGF), die bestaat uit de algemene uitkering (AU), Integratie-uitkeringen (IU) en decentralisatie-uitkeringen (DU), werd in de primitieve begroting geraamd op € 40.073.275 (incl. de via de gemeente Terneuzen te ontvangen krimpgelden).
Vanaf het samenstellen van de begroting 2018 (op basis van de gegevens uit de meicirculaire 2017) tot het moment van de laatste bijstelling van de begroting (september 2018) zijn de ramingen bijgesteld op basis van de verschillende circulaires. De geraamde UGF bedroeg in 2018 uiteindelijk € 40.202.871.  In de gemeenterekening 2018 is uiteindelijk een UGF verantwoord van € 40.280.392. De onderdelen binnen de uitkering laten hierbij flinke schommelingen zien.

Het accres is ten opzichte van de primitieve begroting fors gestegen, echter aan het einde van het jaar werd de raming weer verlaagd. De verwachting is dat er nog een flinke tegenvaller van het accres 2018 zal worden verwerkt in de meicirculaire 2019. Op dit moment is de verwachting dat er in 2019 nog een nadeel over 2018 te verwerken zal zijn ten bedrage van ruim € 200.000. De afrekening van het accres wordt door BZK gecommuniceerd in de meicirculaire 2019.

De ramingen van het accres in 2018 in de opeenvolgende circulaires laten het volgende beeld zien:

Overigens zijn de (reële) accressen in 2018 daarmee nog altijd hoger dan in voorgaande jaren.

Volgens de jaarrekening bedraagt de UGF 2018 uiteindelijk € 40.244.706. Daarnaast zijn er verrekeningen ontvangen van de UGF van voorgaande jaren tot een totaalbedrag van bijna € 36.000 positief.
Per saldo zijn de ontvangen middelen uit het gemeentefonds ruim € 77.000 hoger dan in de begroting 2018 was geraamd na alle wijzigingen. De belangrijkste oorzaak hiervan was de nabetaling over 2017 van het uitwerkingsakkoord verhoogde asielinstroom.

Enkele opmerkelijke zaken die in de verschillende circulaires zijn verwerkt zijn:

1. Het besluit om het berekende voordeel van de herverdeeloperatie VHROSV niet volledig aan de voordeelgemeenten toe te kennen. Inmiddels wordt hard gewerkt aan een nieuwe herverdeling van de UGF. Hoe deze herverdeling zal uitpakken voor Hulst is vooralsnog onzeker.
2. Kasschuif Schulden en armoede. De decentralisatie-uitkering die voor 2019 was aangekondigd wordt op basis van de decembercirculaire 2018 al gedeeltelijk in 2018 uitbetaald. Deze middelen zullen in 2019 pas worden ingezet.  Nu een gedeelte van deze middelen in 2018 is uitbetaald, i.p.v. in 2019, zullen deze middelen in 2018 in de jaarrekening gereserveerd moeten worden om glad te lopen. Het betreft een bedrag van afgerond € 12.500. Hiervoor zal een claim op het rekeningsaldo 2018 moeten worden gelegd.
3. Door de herverdeeleffecten in het verdeelmodel SD Jeugdzorg is de uitkering IU SD Jeugd in Hulst fors lager geworden dan in 2017. Dit nadeel is verrekend met de reserve Sociaal Domein.
4. In 2018 is een uitname gedaan om een knelpuntenpot Sociaal Domein te vormen. De oplossing voor de tekorten in het sociaal Domein is dus een sigaar uit eigen doos.
5. Door mutaties in de verwachte overschotten op het BTW compensatiefonds zijn in 2018  flinke schommelingen geconstateerd in de raming van de UGF. Dit heeft het Rijk opgelost door vanaf 2019 de volledige geraamde ruimte onder het BCF plafond uit het gemeentefonds te nemen. Deze wordt pas weer toegevoegd in de septembercirculaire van het lopende jaar (wanneer er wat meer inzicht is in de werkelijke declaraties van gemeenten in dat jaar). In de mei circulaire van het daarop volgende jaar wordt het voorschot uit september afgerekend, op basis van de werkelijke declaraties van gemeenten uit het BCF.

De Integratie en Decentralisatie uitkeringen in 2018 bestaan uit de volgende onderdelen:

In onderstaand overzicht van de verschillende onderdelen van de IU Sociaal Domein en de IU WMO huishoudelijke hulp  is aangegeven hoe de uitkeringen geschommeld hebben tussen de verschillende circulaires:

De schommelingen in de uitkeringen binnen het Sociaal Domein hebben gedeeltelijk betrekking op wijzigingen in de taakuitvoering, gedeeltelijk op volume en prijscompensatie en gedeeltelijk op bijstelling in de verdeling tussen gemeenten. Per saldo hebben deze schommelingen geen invloed op het rekeningsaldo, omdat we het saldo van inkomsten en uitgaven t.b.v. het Sociaal Domein verrekenen met de reserve.

Grafisch geeft dit de volgende plaatjes: