Jaarstukken 2018

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risico inventarisatie

In de volgende tabel worden de financiële risico’s samengevat die niet zijn afgedekt door beheersmaatregelen, waardoor deze door de beschikbare weerstandscapaciteit opgevangen mogen worden.

Nr.

Risico

Financieel gevolg

1

Daling gemeentefondsuitkering
De omvang van het gemeentefonds wordt bepaald door de toevoeging/ onttrekking van budgetten voor de uitvoering van taken en door een aantal algemene ontwikkelingen die geen directe relatie hebben met uit te voeren taken.
Hieruit vloeit voort dat er 2 soorten risico's zijn:
1. De budgetten voor uitvoering van nieuwe taken zijn ontoereikend of de onttrekkingen aan het gemeentefonds zijn hoger dan de uitgaven waarop bezuinigd kan worden.
2. De algemene ontwikkelingen leiden tot een daling van het gemeentefonds. Deze algemene ontwikkelingen bestaan uit de ontwikkeling van het accres, discrepantie tussen ontwikkeling uitkeringsmaatstaven landelijk en lokaal en een gestegen gebruik van het BTW compensatiefonds (waardoor een verrekening met het gemeentefonds plaatsvindt).
Aangezien we al een redelijke mate van krimp in de uitkeringsmaatstaven hebben verwerkt en er een stabilisering lijkt plaats te vinden momenteel, gaan we ervan uit dat dit risico beperkt zal zijn. De effecten van de invoering van de objectieve verdeelmodellen zijn reeds bekend en verwerkt. Er blijft nog wel een risico van de ontwikkeling van de verdeelmaatstaven in de objectieve verdeelmodellen. Daarnaast blijft het risico van de ontwikkeling van het accres en het gebruik van de BCF. Tevens wordt er nieuw onderzoek gedaan naar het verdeelstelsel. T.a.v. het accres is de verwachting dat er over 2018 een forse onderuitputting zal ontstaan in de Rijksuitgaven die in de meicirculaire zal worden verwerkt. Op dit moment is de inschatting dat er over 2018 een negatieve verrekening zal ontstaan van ongeveer € 220.000,-. Het afremmen van de economie zou in de komende periode tot een daling van de verwachtte accressen kunnen leiden. De resultaten van het bijstellen van het verdeelstelsel zullen naar verwachting vanaf 2021 tot herverdeeleffecten leiden. Dit kan zowel postief als negatief uitvallen. Indien de vangnetregeling die tot op heden werd gehanteerd van toepassing wordt verklaard zou dit tot maximaal € 15,- per inwoner per jaar kunnen oplopen. Dit kan in 2021 en 2022 cummulatief kunnen oplopen tot ongeveer € 800.000,-.
Wij schatten een maximaal neerwaarts effect in van € 1.000.000. De kans dat dit optreed schatten we in op 25%.

€ 250.000

2

Ontbreken voorziening renovatie gemeentelijke sportaccommodaties
Door het ontbreken van een voorziening ten behoeve van het onderhoud van de gemeentelijke sportaccommodaties wordt op termijn een financieel risico gelopen. Wel wordt middels duurzaam financieel beleid vrijvallende middelen gereserveerd.

€ 200.000

3

Aanspraken op collectief vervoer
Het betreft een zogenaamde open – eind regeling. Dat wil zeggen diegene die er wettelijke recht op hebben kunnen zich hierop beroepen. Het risico is bepaald door de verstrekte vervoerspakketten (zones) in beeld te brengen en hierop in mindering te brengen de in de begroting opgenomen budgetten. Overigens verwachten we een stijging van de uitgaven. Dit als gevolg van verbreding van de doelgroep (Jeugdzorg) en stijgende kosten aan de hand van NEA-index.

€ 250.000

4

Perkpolder
Bij raadsbesluit van 13 juli 2017 heeft de gemeente besloten om de aandelen van de Provincie Zeeland in Perkpolder Beheer B.V. over te nemen. Als gevolg hiervan wordt de gemeente 100% aandeelhouder van Perkpolder Beheer B.V. De gemeente heeft een extern bureau onderzoek laten voeren naar de risico’s in dit project voor de gemeente Hulst. Dit onderzoeksbureau heeft geoordeeld dat het reëel ingeschatte risico momenteel € 6.000.000 bedraagt. Een andere benadering is de kans * effect methode. Het maximale effect bedraagt op enig moment € 24.000.000, namelijk de totale omvang van de borgstelling. Wanneer we uitgaan van een slagingspercentage van 75%, resteert er 25% risico.

€ 6.000.000

5

Planschade
Met de partij Reggestede loopt een juridisch geschil inzake een omgevingsvergunning nabij Life & Garden aan de Absdaalseweg. De gemeente heeft voor deze locatie een nieuw bestemmingsplan vastgesteld. Reggestede heeft naar aanleiding hiervan een planschadeverzoek ingediend ter hoogte van € 8.160.000. In het kader van de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is een planschaderisicoanalyse uitgevoerd. In september 2017 heeft de rechtbank de bezwaren van Reggestede ongegrond verklaard. De juridische procedures lopen nog.

€ 300.000

6

De Statie
In 2017 is er voor het project Life Style Village (herontwikkeling Morres-terrein) een herziening van het bestemmingsplan vastgesteld, een anterieure overeenkomst gesloten met De Mandemakers Groep (DMG) en een omgevingsvergunning voor de eerste fase verleend.
Voor de verbindingszone tussen het Morres-terrein en de Absdaalseweg (het zogenaamde tussengebied) is de gemeente risicodrager. Voor het tussengebied zijn afspraken gemaakt in de anterieure overeenkomst met DMG en is een dekkingsreserve 'Ontwikkeling tussengebied LSV’ ingesteld van circa € 800.000,-, gebaseerd op plannen uit 2013 en eerder. Een substantieel deel van de dekkingsreserve is bedoeld voor het saneren van de bodem. Inmiddels is duidelijk dat de eerdere plannen in de huidige tijd niet meer realistisch en haalbaar zijn. Er wordt dan ook onderzocht of het gebied op een alternatieve manier ontwikkeld kan worden. Om die reden is het risico bijgesteld naar € 200.000,-, wat overeenkomt met 25% van de dekkingsreserve. Daarmee wordt gehandeld in dezelfde lijn als bij andere projecten.

€ 200.000

7

Hogeweg V
Met Heijmans BV is contractueel overeengekomen om de resterende 13 ha grond van de gemeente uiterlijk 1 februari 2021 af te nemen. De koopprijs van de resterende 13 ha grond bedraagt € 2.166.667 exclusief BTW. Het risico bestaat dat binnen een periode van 10 jaar (na contractdatum) Heijmans de gronden niet afneemt, vanwege bijv. economische omstandigheden. En daarom schatten we een renteverlies in van circa 1 jaar. Gedurende de tussenliggende periode wordt per kwartaal een beschikbaarheidsvergoeding t.w.v. 4,619% van de boekwaarde.
In 2017 is het bestemmingsplan Hogeweg V gewijzigd waarmee groot-logistieke bedrijven zich kunnen vestigen. Dit biedt nieuwe perspectieven om Hogeweg V tot ontwikkeling te doen brengen.

€ 100.000

8

Borgstellingen/garanties
De gemeente staat borg voor leningen aangegaan door maatschappelijke instanties, bijvoorbeeld woningcorporaties e.d. Het saldo waarvoor eind 2018 borg gestaan wordt, is € 40.000.000 (exclusief borgstelling Perkpolder Beheer B.V en exclusief borgstelling via WSW). Daarnaast staat de gemeente garant voor de aflossing van (een deel van de ) leningen van instellingen aan particulieren. Deze vorm van garantiestelling is een voorloper van de huidige Nationale Hypotheek Garantie. Eind 2018 bedraagt de restant schuld waarover risico wordt gelopen € 650.000. In de loop van 2018 zijn geen aanvullende garanties versterkt. Het risico wordt ingeschat op 0,5%. Deze inschatting is verlaagd vanwege overname Den Dullaert en sanering van de financiering. De risico’s met betrekking tot de verstrekte borgstelling ten behoeve van het project Perkpolder zijn eerder afzonderlijk in deze inventarisatie opgenomen.

€ 200.000

9

Kapitaalgoederen
In de paragraaf onderhoud Kapitaalgoederen wordt ingegaan op de noodzaak van onderhoud en beheer van kapitaalgoederen. Naast de gekende kapitaalgoederen als wegen, riolering, openbare verlichting benoemen we ook het onderhoud van de haven, archeologie en bodemsaneringen tot risico’s. We schatten dit risico in op 5% van het investeringsbedrag van circa € 10 miljoen volstaat.

€ 500.000

10

Precariobelasting
De Hoge Raad heeft medio 2018 een uitspraak gedaan inzake de precariobelasting 2015. Deze uitspraak was in het nadeel van de gemeente. Hiermee had de gemeente geen rechtsmiddelen meer openstaan voor aanslag 2015 en is de aanslag verminderd. Ook voor de aanslagjaren 2016, 2017 en 2018 heeft de wederpartij bezwaar aangetekend. Ondanks dat het college vooralsnog goede verwachting heeft voor deze aanslagjaren is gedurende 2018 een extra bedrag van € 309.000 gestort in de algemene reserve. Daarnaast is middels resultaatbestemming € 241.000 toegevoegd aan de algemene reserve ten behoeve van de precariobelasting. Het belang bedraagt afgerond € 1.650.000. Het risico wordt ingeschat op minder dan 50%.

€ 750.000

11

Jeugdzorg
In het dekkingsplan 2019-2022 is ten aanzien van de jeugdzorg het volgende opgenomen:
”De kosten voor het Sociaal Domein en dan met name de Jeugdzorg zijn sinds de overheve-ling van deze taken naar de gemeente behoorlijk gestegen en voor 2019 wordt nog een verdere stijging verwacht. De inkomsten voor deze taken zijn na 2015 echter behoorlijk gedaald. Vanaf 2020 wordt weer een daling van de kosten verwacht en zullen de tevens aanvullende maatregelen nodig zijn om de kosten nog verder te doen dalen.”
In het dekkingsplan wordt vanaf het jaar 2020 structureel € 250.000 aan ombuigingen opge-nomen. Het risico bestaat dat deze ombuigingen niet worden gerealiseerd. Dit zou beteke-nen dat in totaal (tot en met 2022) € 1.500.000 aan tekorten wordt gerealiseerd. De kans bestaat dat dit tekort ook groter is. Derhalve is € 1.500.000 integraal opgenomen als risico.

€ 1.500.000

12

Overige risico’s
Algemeen

€ 250.000

Totaal

€ 10.500.000